‘Ben ik nou de enige die dat eng vind?’ vraag ik me af wanneer ik naar boven sta te turen. Mijn lief bungelt aan een dunne lijn boven in de top van de mast. Er moeten nieuwe stepjes in het bovenste gedeelte worden geplaatst. Dat is veiliger als je de mast in moet. Dan heb je houvast. Hij heeft een iets te klein tuigje om en is dubbel gezekerd, dus eigenlijk kan er niets mis gaan. Dat is theorie. De werkelijkheid voelt iets anders aan.
Ik hijs een boodschappentas met een zware boor en ander gereedschap erin naar boven. Waarschijnlijk loop ik meer risico dan Wim, want ik sta recht onder de tas.
Wij denken dat het klusje zo geklaard is, maar dat valt tegen. Het valt niet mee om vanuit die positie te boren en de stepjes te bevestigen, en als je je pen laat vallen, is dat weer een heel gedoe om die naar boven te krijgen. Het duurt een hele morgen om een paar stepjes aan de mast te popnagelen. ‘Zou die boot ooit afkomen?’ zeggen we wat moedeloos tegen elkaar. De meeste klusjes kosten zoveel tijd. We zijn soms moe van het oplossingen verzinnen.
De zonnepanelen liggen te bakken in de zon. Dat is goed voor de ampères, wattjes en voltjes. De accu’s stromen vol. Helaas stromen ze ’s avonds met dezelfde gang weer leeg. Dat is niet helemaal de bedoeling. We moeten nog uitpluizen hoe dat komt, want anders kunnen we niet weg, en de vrijheid trekt.
We zijn al aan het ruimen. De roestvrijstalen buizen gaan naar Jules. Jules ligt achter ons met een piepklein bootje waarmee hij twee keer de oceaan is overgestoken. Zijn moeder had een relatie die uitging en haar ex vriend liet zijn boot achter. Dat kwam Jules goed uit. Hij knapte hem op en ging varen. Hij heeft inmiddels samen met zijn Griekse vriendin een stuk land gekocht en kan dus alles gebruiken. Hij wil proberen om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, met kippen, regenwater en een groentetuin. Het is een aardige jongen.
De Amerikanen liggen er ook nog steeds. Die verrekken van de kou, dus komt er een delegatie op bezoek om naar onze wonderkachel te kijken. Die willen zij ook. Het heeft wat voeten in de aarde, want de feestdagen zijn niet de handigste momenten om iets te bestellen.
Eindelijk wordt het kostbare kleinood half januari geleverd en met vereende krachten geïnstalleerd. Nu zijn ze net zo blij als wij. Wat kun je gelukkig zijn met warmte.
En dan hebben we nog het raadsel met de Russen en de Oekraïners. Er liggen inmiddels drie jachten in de haven met een Nederlandse en Amerikaanse vlag plus een Oekraïense of Russische bemanning. De kustwacht vertrouwt het niet zo, want er is pas een zusterschip van een van de boten opgepakt met vluchtelingen, maar zolang er geen vluchtelingen aan boord zijn, kunnen ze niet veel doen, want ze doen niks illegaals.
Wim knoopt een praatje met hen aan, wat een beetje lastig is omdat ze weinig tot geen Engels spreken. De ene vertelt dat hij een ongeluk heeft overleefd en de heilige Nicolaas heeft beloofd om naar Italië te gaan op een soort pelgrimstocht naar de geboorteplaats van de beste man. Hij is tijdens zijn pelgrimage nog terug geweest naar de Oekraïne, omdat hij heimwee had. Hij komt niet over als een crimineel met een rouwrandje onder zijn nagels en een vies shirt. Eerder als een zachte, aardige jongen.
De Russen spreken helemaal geen Engels. Ze brengen de boot weg, maar moeten nu wachten op verdere instructies van de eigenaar. Ze denken dat ze naar Antibes moeten. Wij denken van niet, maar wij hebben er ook geen verstand van.
Susan, hun Engelse buurvrouw, is hen inmiddels spuugzat. Ze komen elke dag hout brengen voor haar kachel en elke dag zeuren of ze op bezoek wil komen om te dansen. Om te laten weten hoe gezellig ze zijn, zetten ze ’s avonds keihard muziek aan, maar Susan is niet te vermurwen. Later komt ze erachter dat ze het hout pikken van een restaurant uit het dorp.
Af en toe komt Susan even haar hart luchten. Susan is een bikkel. Ze komt uit Engeland en heeft een bootje van slechts 7 meter. Na het verbreken van haar relatie wilde ze eerst een rondje Engeland, maar vanwege motorpech was dat al te laat in het seizoen. Toen dacht ze: ik kan net zo goed naar de Middellandse Zee gaan, dus is ze via de Golf van Biskaje en de Portugese kust afgezakt naar de Med.
We praten met haar over de vluchtelingen en hoe groot de kans is dat je die tegenkomt. Vrienden van haar deden op een gegeven moment ’s nachts een noodoproep omdat ze geënterd waren door een rubberboot met elf vluchtelingen. De mannen waren radeloos. Susan is haar vrienden te hulp geschoten. Dan heb je lef als vrouw alleen. Ze vond het doodeng, maar wilde haar vrienden niet in de steek laten. Het was stikdonker en de situatie was slecht te overzien. Gelukkig kwam al snel de kustwacht, die de vluchtelingen heeft meegenomen. Ik vind het knap dat ze dit allemaal in haar eentje doet.
De haven is net een klein dorpje. We kletsen met elkaar, helpen elkaar en geven elkaar de ruimte, heel gezellig, maar we willen weg. De onrust begint weer te komen. We hebben nog een heel aantal dingen nodig die we niet in Pylos kunnen krijgen. We huren een auto en vertrekken voor een paar dagen naar Athene.
Stoer hoor,boven in die mast. En nu al die nieuwe avonturen die gaan komen. Het prikt wel een beetje van binnen bij me. Met griep op de bank en kletterende
regen op het serredak. Toch maar weer aangemeld voor homeexchange. Wie weet wat daar weer uitkomt. Jullie lekker doorgaan, we volgen julle met veel interesse. Groetjes, Geri en B