top of page
  • Foto van schrijveranjakeesmaat

Blog 6 Zachtjes tikt de regen ...

Zachtjes tikt de regen op het … dekbed. Ondanks de drie zeilen komt er toch regenwater binnen. We verhuizen naar de achterkajuit. Het is een beetje krap met het enorme dekbed en een enorme echtgenoot, maar we liggen warm en droog. Zodra het stopt met regenen, moet zo snel mogelijk de andere helft van het voorraam erin. We hebben nu ervaring, dus het moet sneller kunnen.

We staan vroeg op voor het project raam. We zijn goed bezig en in totale harmonie wanneer er een groot, klassiek schip dichterbij komt. Het is duidelijk dat de motor het niet doet en dat het stuurloos is. Er vaart een klein vissersbootje naast om het gevaarte in goede banen te leiden. De stuurman wekt niet de indruk dat hij weet waar hij mee bezig is. Er is niet echt sprake van een plan, laat staan een gecoördineerde actie.

Normaal gesproken zijn dit soort taferelen een feest van herkenning en een bron van vermaak, doch niet als het schip op ramkoers op ons afkomt. Dat zou toch een beroerd einde zijn van ons bootje, en ons kluslijstje is al lang genoeg.

‘Wim!!!’ weet ik nog uit te brengen. Gelukkig is Wim al in beweging gekomen en stiert hij naar het uiteinde van de hull. De boegspriet van de opeens een stuk minder mooie schuit schuift met een ziekmakend geknars over het roestvrijstaal van onze reling. Mijn Simson grijpt echter de dikke, houten boegspriet en duwt met bruut geweld het hele gevaarte weer terug. Gelukkig hebben we geen schade opgelopen. Er komt ook nog een Poolse buurman aanrennen, compleet met stootwil, want het schip maakt een nieuwe manoeuvre en komt nu op de zijkant af.

Omdat we het Grieks niet machtig zijn, gaat mijn lief over op universeel taalgebruik. ‘Stupid!!!’ roept hij keihard. De schipper die hulpeloos op het dek van het klassieke schip staat, slaat de handen voor de ogen. Hij weet het ook niet meer. De stuurman van vissersbootje vaart panisch heen en weer en ziet of hoort ook niets. Ook deze aanval weren we af. En dan wordt eindelijk duidelijk wat de bedoeling is. Het schip moet verplaatst worden naar de overkant. Ze willen hem vastleggen aan een oud, verroest bunkerschip dat aan de andere kant van de vaargeul ligt. Uiteindelijk lukt het. We halen opgelucht adem.

‘Het uitzicht is wel een stuk beter zo,’ zeggen we tevreden. Wat ons betreft blijft het jacht daar voorlopig liggen. Het is wel goed voor mijn zelfvertrouwen. Als vissers al zo lopen te klungelen, vallen wij straks helemaal niet op als we voor het eerst de haven proberen uit te komen. Dat wordt misschien wel payback time als we rakelings langs hun bootje scheren, maar zover is het nog lang niet.

We bedanken onze Poolse redder in nood voor zijn hulp. We houden van de Polen.

Oh ja, we zouden de ramen opnieuw gaan kitten. Aan het einde van de dag zijn we erg tevreden met onszelf en het resultaat. De hele voorkant is nu opnieuw gekit en geplakt, en er zitten twee nieuwe luiken in. Nu nog de eerste regenbui afwachten en kijken of het droog blijft.

Voor degenen die nu denken dat overwinteren in Griekenland fantastisch is – ik moet jullie een beetje teleurstellen. Het is ’s avonds koud. Onze stroomvoorziening is allerbelabberdst. Op de een of andere manier laden de accu’s niet goed op. Te weinig zonnepanelen? Geen goede omvormer? Slechte accu’s? Of alle drie? Gelukkig hebben we onze 100 meter elektriciteitskabel en het stopcontact bij de kustwacht. We hebben toestemming om af en toe onze accu’s op te laden, maar met ons kacheltje neemt de behoefte aan stroom eerder toe dan af. Het zijn echter zeer vriendelijke jongens en ze vinden het allemaal prima. ’s Avonds tegen het donker plugt Wim de stekker in en ’s ochtends pluggen we weer uit.

Wij zitten ’s avonds gezellig te kneuteren bij de kachel en doen de verlichting aan. Op datzelfde moment gaat echter de straatverlichting uit.

‘Er is een stroomstoring. Kijk maar, de hele jachthaven zit zonder stroom,’ zegt Wim.

‘Ik vrees dat wij de oorzaak zijn,’ reageer ik.

Wim haast zich met multimeter naar het stopcontact bij de kustwacht. De meneer van de kustwacht slaapt gelukkig.

Hij maakt de stoppenkast open. Alles in orde, maar geen elektriciteit. Dan naar de hoofdkast van de jachthaven. Daar liggen inderdaad de stoppen eruit. Hij herstelt de boel en de jachthaven baadt weer in het licht. Hier maken we geen vrienden mee. We sluiten de verlichting aan op het enige stopcontact in de boot waarvan we zeker weten dat het nog functioneert. Heel voorzichtig doen we het elektrische kacheltje weer aan. Het gaat goed. Geloof me, een kachel maakt het verschil tussen warm en gezellig, en koud en ellendig.

Het kluslijstje wordt steeds langer. Het wordt dus een kwestie van prioriteiten stellen. Als eerste moet het water buiten en wij binnen. We willen bij alle luiken en ramen de kit vervangen. En daarna de zijramen, want daar zitten scheuren in. We hebben sinds kort water onder de ene vloer. Het is nog niet duidelijk waar dat vandaan komt. Er staat een kachel die verbonden is met radiatoren, maar daar zit geen water meer in. Het zou kunnen dat dat water onder de vloer is gelopen. We hopen het maar. Er zitten ook nog drie watertanks in, samen goed voor zo’n 900 liter water. Maar de twee in de hulls geven volgens de vorige eigenaar problemen, dus we gebruiken er maar één. Laten we hopen dat de watertank die we in gebruik hebben niet lekt, want daar kunnen we bijna niet bij. Bij die andere twee trouwens ook niet.

En dan hebben we ook het keukenkastje nog. Het ruikt muf en dat gaat niet over met luchten. Dat is vocht en daar moet iets aan gedaan worden. Mijn handen jeuken om te kijken wat daar onder en daarachter gebeurt, maar dat moet nog even wachten. Het werkt een beetje als volgt:

Het begint met een probleempje, dan wil je dat oplossen en dan zie je nog meer probleempjes, maar als je het ene probleempje oplost, moet je eigenlijk ook het andere probleempje oplossen en als je de boel toch open hebt, kun je net zo goed meteen de dingen aanpakken die nu nog geen probleem zijn, maar dat misschien wel gaan worden. En al die probleempjes kosten geld om het op te lossen.

Dus moeten we eerst de oude probleempjes oplossen voordat we nieuwe probleempjes zoeken.

Gelukkig is mijn lief handig en ik denk dat ik het ben, dus we doen alles zelf en al doende leren we. Met trial en error. Vooral dat laatste.

Net voordat we gaan eten, gaat echtgenoot nog even een radiator uit de slaapkamer slopen. Het hele verwarmingssysteem is zo gammel, dat we het er maar uit halen.

‘Ho, hooooo!’ hoor ik opeens. ‘Heb je iets van een pan of zo, of een lege fles?’

‘Oh, oooooh,’ denk ik. ‘Wat nu weer?’

Ik ga kijken en zie Wim met zijn vinger in een leiding gepropt, waar het water aan alle kanten uitspuit. Als een soort Hansje Brinker uit een oude legende, die met zijn vingertje in de dijk het wassende water tegenhoudt.

‘Ik kan hier niet weg.’

‘Nee, dat zie ik.’

Met een pan en een lege waterfles waar we een gat inknippen, proberen we het water op te vangen. Dat lukt niet helemaal. Er staat water naast het bed en de vloerbedekking is nat.

De leidingen waren nog niet helemaal leeg. Nu inmiddels wel. Het aftapkraantje blijkt achteraf verstopt te zitten.

Eerst maar eten voordat we puin gaan ruimen.


Maar die boot is zóóó leuk.

‘Het komt wel goed,’ zeggen we tegen elkaar.

‘Gaaf, hè?’ zeggen we als we ’s nachts samen naar de sterren liggen te kijken.

‘Mooi he?’ als we ’s morgens de zon zien opkomen.

‘Die voorkant zit er toch wel super in, hè?’ En we hebben de slaapkamer al helemaal kaal. We hoeven alleen nog maar te isoleren, een nieuw plafond te maken en de hele boel in de epoxy te zetten, de verwarming eruit te slopen, nieuwe ramen erin te zetten, alle luiken te kitten, het elektrische systeem te vervangen, de apparatuur te checken, de zijkant te repareren, de kussens opnieuw te bekleden, nieuwe buitenkussens te maken, de vloerbedekking te vervangen, de watertanks waterdicht te krijgen, alles te verven en dan zijn we klaar.

‘Wat een leven, hè?’ als we in de kuip in de zon zitten te eten.

‘Dat we nu toch een catamaran hebben, hè. Wie had dat ooit kunnen denken?’

Het leven is basic. We douchen met een emmer warm water. Het water moeten we bij de kraan op de wal halen. Honderd en drie meter verderop. Om de paar dagen vullen we de watertank. Met emmers. We eten simpel, maar gezond. De wekker hebben we jaren geleden afgeschaft. Dat is zo’n vervelend begin van de dag. We slapen tot we vanzelf wakker worden en dat bevalt goed. Je krijgt vanzelf een soort ritme.

We werken, we debatteren over de kleur van de kussens en de gordijnen, welke accu’s handig zijn, wel of geen dure omvormer, en dromen over het eindresultaat. Het is soms een gedoe, maar

de vrijheid die we ervoor terug krijgen, is echt onbetaalbaar. Daar kan geen verwarmd rijtjeshuis in Nederland tegenop …

Dank weer voor het lezen. We hebben nog steeds niks van de belastingdienst gehoord – misschien weten we de volgende keer meer. We hebben isolatiemateriaal besteld, maar dat loopt ook niet helemaal soepel. We houden jullie op de hoogte.


 

256 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page