'Als je een boek erbij hebt om te vertalen, ga ik toch nog even naar Nederland,' roep ik stoer, terwijl ik naar mijn scherm staar om te kijken of er goedkope tickets zijn.
Bij de uitgeverij werken een paar lieverds die met ons meedenken. Ze hebben over twee weken waarschijnlijk een thriller, maar er moeten nog wat contracten worden getekend. Dat is nog niet echt, vind ik. Ik houd graag een slag om de arm. Ik vind het fijn om naar Nederland te gaan, maar tegelijkertijd zie ik er ook altijd een beetje tegenop.
Een dag later krijgt mijn lief bericht dat ze nog een boek hebben, waar hij meteen aan kan beginnen. 'Halleluja,' zullen we maar zeggen. We zijn voorlopig weer onder de pannen. We zijn dankbaar. Ik regel een goedkope ticket. Het is deze keer zelfs een retourticket. Ik hou er niet van om me al zo lang van te voren vast te leggen, maar de prijs is goed, dus boek ik maar. Ik vlieg over drie dagen.
We vertrekken idioot vroeg, want het is prettig om op tijd te zijn. Ons Fordje pruttelt tevreden wanneer we ons naar Marseille begeven. We halen nog even warme croissantjes bij de bakker, die al vanaf vijf uur open is. De geur van vers brood vult de auto. Wat kan het leven goed zijn. Wim heeft gisteren Google Maps bestudeerd. Meestal is dat genoeg om ergens in één keer naar toe te rijden. Ik volg zijn capriolen met een half oog op de GPS.
'Shit,' klinkt het naast mij, 'verkeerde afslag.' Ik zie het pijltje inderdaad van Marseille af gaan, in plaats van er naar toe. Zo komen we er natuurlijk nooit. Dat is wat overdreven, want uiteindelijk belanden we, met een flinke omweg, toch op het vliegveld. Het is alleen een stuk later, maar als alles een beetje vlot gaat, moet ik het nog wel redden.
Ik ren door de vertrekhal en zie een bordje Amsterdam staan. Gelukkig heb ik alleen handbagage. Ik sluit aan bij de veel te lange rij voor de bagagecontrole, waar ook mijn ticket wordt gescand. Voor me staat iemand op haar gemak haar hele handtas leeg te halen op zoek naar 'liquids'.
Kon je dat niet thuis doen? mopper ik in mezelf. Eindelijk ben ik door de poortjes heen. Ik kiep alles met een noodgang weer in mijn tas en ren naar de gate. Gelukkig nog op tijd. Ik haal opgelucht adem. Tot ik nog eens beter naar de borden kijk. KLM staat daarop. Ik kan me niet voorstellen dat Easy Jet een gedeelde vlucht heeft met de KLM. Toch maar even navraag doen.
Bij de balie kijkt een medewerkster me stomverbaasd aan. 'Dit is inderdaad niet de goede gate. Het is zelfs niet het goede gebouw. Hoe komt u hier?'
'Gewoon lopend.'
'Bent u door de paspoortcontrole gegaan?'
'Ja.'
'Is uw ticket gecontroleerd?'
'Ja.'
'U kunt hier helemaal niet zijn met een Easy Jet ticket.'
'Dat kan wel. Ik ben er toch?'
'Hier moeten we de marechaussee bij halen.'
Het stikt overal van de marechaussee, dus in no-time komt er iemand naar me toe. Eindelijk iets te doen.
'Waar moet u naar toe?'
'Amsterdam, maar ik sta bij de verkeerde gate en ik zit zelfs in het verkeerde gebouw.'
'Hoe komt u dan in de beveiligde zone?'
Weet ik veel. 'Ik volg gewoon de aanwijzingen op de borden.'
'Bent u door de paspoortcontrole gegaan?'
'Ja.'
'Is uw ticket gecontroleerd?'
'Ja.'
'U kunt hier helemaal niet zijn met een Easy Jet ticket.'
Wat een stom spelletje. Ik heb gierende haast. Straks mis ik mijn vlucht nog.
'Hoe laat moet u vliegen?'
'Over twintig minuten gaat de gate dicht.'
'Dan bent u erg laat.'
Vertel eens iets nieuws, pruttel ik in mezelf.
Eindelijk komt er beweging in.
'Volgt u mij maar, dan breng ik u eerst buiten de beveiligde zone.'
Ik volg als een blind schaap mijn redder in nood, die met zijn pasje alle deuren geopend krijgt, en kom via allerlei gangetjes uiteindelijk weer in de vertrekhal terecht.
'Als u naar het volgende gebouw gaat, kunt u daar inchecken voor Easy Jet.'
Ik ren naar het volgende gebouw, waar het hele spelletje weer van voren af aan begint. Voor de paspoortcontrole staat opnieuw een een menigte van mensen in van die zigzag Efteling-rijen. Ik heb nog vijf minuten en doe iets wat ik heel mijn leven nog niet heb gedaan. Ik dring voor. Ik ga rechts uit de flank, negeer het zigzagprincipe en steven recht op mijn doel af. Het douanehokje. Het lukt wonderwel.
Hijgend sta ik voor het loket. De beambte schelt me de huid vol. Gelukkig versta ik hem niet, maar ik heb wel een idee waar het over gaat. Ik geef hem helemaal gelijk. Dat versnelt het proces. Gelukkig laat hij me door. Ik ren weer verder. Natuurlijk moet ik een van de laatste gates hebben. Ik vind een gesloten deur. Ik voel nog eens en nog eens, maar hij blijft dicht. Ik ren terug naar de vorige gate. Ze wijzen me een gang die ook naar de juiste gate gaat. Deze keer lukt het wel. De laatste passagier loopt net weg en ik kan nog net aansluiten.
Met een zucht van opluchting laat ik me in de stoel zakken. 'Welkom bij Easy Jet,' zegt de stewardess vriendelijk. Mijn tong hangt als een lap leer in mijn mond. Na hijgend kan ik nog net 'Dank je' uitbrengen.
Naast me zit een lieve Marokkaanse vrouw. Ze stalt al haar fruit uit op de lege stoel tussen ons in. Ik geef haar een afvalzakje voor de schillen van haar banaan. Zij biedt me een mandarijntje aan. Het is de lekkerste mandarijn die ik ooit heb gegeten. Hij verandert de lap leer in mijn mond weer in iets wat ik kan bewegen. We zitten gezellig samen te picknicken. In de verte hoor ik de stewardess haar waar aan de man brengen.
Myriam en Karin komen me ophalen. Zij staan bij de goede uitgang. Ik loop bij de verkeerde naar buiten. Vraag me niet hoe dat kan.
'Goede vlucht gehad mam?' begroeten ze me.
'Ja, hoor,' lieg ik.
We strijken neer bij Starbucks en zitten daar na een paar uur nog steeds te kletsen. Ik geniet van elke seconde.
En dan heb ik opeens weer een druk sociaal leven. Ik vind het heerlijk. Ik geniet van de verhalen, de levens waarin ik even mee mag kijken en de goede gesprekken. Ik voel me overal verschrikkelijk welkom. Het is zo fijn dat je het hele kennismaakgedeelte over kunt slaan en dat ik de weg weet. Ik snap zelfs het openbaar vervoer.
Ik slaap bij mijn ouders in Streefkerk en bij mijn schoonouders in Alblasserdam. Ik slaap bij Ben in Dordrecht, bij Myriam in Rotterdam en bij Karin in Leiden. Waar is de tijd gebleven dat we allemaal in één huis sliepen? Er zijn wel eens ochtenden waarop ik mezelf afvraag: 'Waar ben ik ook alweer?'
Zwager Edwin verblijdt de wegkwijnende echtgenoot met een bezoekje. Ze leven zich helemaal uit met fotograferen en eten. Heel veel eten.
Ben en zijn Mirjam zijn bezig met de voorbereidingen van hun huwelijk. Mirjam is in Spanje met haar moeder al op trouwjurkenjacht geweest, maar er is in Nederland nog een jurk die ze gezien heeft en graag wil passen. Natuurlijk vind ik het leuk om mee te gaan. Heel leuk, zelfs.
Ook zoonlief moet nog een pak. Hij heeft een grenzeloos vertrouwen in de smaak van zijn oudste zus, dus die moet ook mee. Gelukkig is er nog een zaterdag vrij. Ze kwijt zich met veel verve van haar taak. Daar ben ik blij mee, want ik heb werkelijk geen idee wat mode is. Ik sta erbij en kijk ernaar. Wim is niet zo van de pakken.
De dames gaan naar Thailand, maar voor ze vertrekken, spreken we af om met elkaar te gaan eten. Het vereist wel wat organisatietalent. Ik zit bij oude vrienden te lunchen en bij te kletsen in Zwijndrecht, Ben studeert bij een vriend. Kleine Mirjam zit in Dordrecht. Grote Myriam zit bij een vriendin in Den Haag en Karin komt terug van een weekend met Navigators, de studentenvereniging.
Het begint goed. Ik krijg een appje van oudste dochter: 'Mam, ik heb een afslag gemist in Den Haag en zit nu in Leiden. Ik denk dat ik maar naar Karin's kamer ga en daar op haar wacht. Dan gaan we naar Rotterdam. Als jullie daar ook naartoe komen, dan spreken we daar iets af.
'Fijn plan.' Ben komt mij halen, samen rijden we naar Dordrecht waar we Mirjam ophalen en dan gaan we naar Rotterdam.
'Mam, ik ben met Karin onderweg naar Rotterdam, maar de V-snaar is gebroken. We staan nu op de wegenwacht te wachten, maar die zeggen dat het nog wel 1,5 uur kan duren. Volgens pappa kan het ook met een panty, maar we hebben allebei geen panty aan en we barsten van de honger. Weet je hoeveel fastfoodketens we net voorbij gereden zijn?'
Oudste dochter is op haar best bij onverwachtse dingen, dus de stemming zit er goed in.
'Die V-snaar is lastig, maar aan het hongerprobleem kunnen we wel iets doen. Waar sta je?'
Ze staan ergens in de buurt van de snelweg bij Delft.
Het rescue-team onder leiding van Ben stapt in zijn Up en we begeven ons naar de snelweg. Deze keer geen discussies over welk restaurant, maar over de fastfoodketen die het dichtst in de buurt is – de Burgerking in dit geval.
Daar ga ik met mijn preken over gezond eten, denk ik. Met zakken vol kleffe hamburgers arriveren we op de plaats des onheils. We treffen de dames in goede gezondheid aan, maar ze hebben het wel steenkoud. Met een beetje passen en meten passen we best wel met zijn vijven in de Up.
Het gezelschap eet met smaak.
'Eigenlijk wel gezellig, zo.'
'Best wel knus.'
'Lekker warm ook.'
'En die muziek is ook lekker.'
'Leuke tent, hoor.'
'Moeten we vaker doen.'
'Wil je mijn cola even op het dashboard zetten?'
'Ho, er vallen patatjes op de grond. Kunnen jullie erbij?'
Ons gezellige etentje wordt wreed verstoord door de ANWB. De dames hangen even later met de beste man over de motorkop gebogen en praten hem even bij over de V-snaar. Zoonlief heeft totaal geen interesse in de ingewanden van de auto en staart liever naar het mooie uiterlijk van zijn lief.
De dames komen terug en eten de rest van hun fastfood snel op. En dan wordt het even stil in het kleine autootje. We bidden voor de meiden dat ze een goede tijd in Thailand zullen hebben. Wat steun uit den Hoge is altijd welkom. Het ontroert me.
En dan gaan we allemaal weer ons weegs. Ben en Mirjam naar Dordrecht. Myriam naar Rotterdam en Karin en ik naar Leiden. Er moet morgen nog een kamer leeg gehaald worden.
De volgende morgen ben ik al vroeg wakker. Ik wil voortvarend te werk gaan, maar zo werkt dat niet, volgens dochter.
'Mam, we doen rustig aan. Ik moet eerst nog naar het station om mijn fiets op te halen en dan nog even op ziekenbezoek. Oh, en Martine komt vanmiddag mijn fiets halen, want die mag ze lenen. We gaan eerst rustig ontbijten.'
'Hoe oud is dat brood?' vraag ik als ik me door een droog stukje heen werk.
'Dat weet ik niet hoor, mam. Dat is het studentendieet.'
Ik krijg flashbacks – het komt me allemaal bekend voor. Ik zat toen alleen niet in de moederrol.
'Je hoeft niks te doen, hoor. Ik moet het toch allemaal zelf uitzoeken. Ik vind het wel heel gezellig dat je er bent. Mijn boeken zijn allemaal al beneden, dus het belangrijkste is gedaan.
Tegen de avond lukt het dan toch nog om haar kamer leeg te krijgen.
We moeten voor dag en dauw op om op tijd op Schiphol te zijn. Zelfs haar huisgenoten zijn vroeg opgestaan.
'I never saw you wake up so early.' hoor ik dochter tegen een huisgenoot zeggen.
'Yes, I thought, let's try something new.'
Ondertussen breng ik de laatste spullen naar de kelder.
Wanneer we in de bus richting station zitten, zegt dochterlief: 'Mam, heb jij mijn dekbed ook opgeruimd?'
'Ja, dat moest toch?'
'Nee.'
'Oh.'
Er wordt heen en weer geappt en een huisgenoot krijgt de schone taak om tussen haar spullen naar het dekbed te zoeken.
Op Schiphol staat Myriam met een rugzak klaar, waar de zwemvliezen vrolijk aan bungelen. Ze ziet me kijken en schiet in de lach. 'Dat komt wel goed hoor, mam.' Ze pasten er niet meer in.
De stemming is opperbest bij de dames. Ze vliegen via Moskou, want dat is leuk voor Karin. Dan kan ze nog even Russisch horen voor ze verder reizen naar Bangkok.
Ik zie twee mooie jonge meiden die op avontuur gaan. Ik ben trots op ze en hoop het droog te houden als ze straks verdwijnen. Natuurlijk lukt dat niet, maar dat geeft niet. Afscheid nemen hoort bij het leven en er zijn genoeg mogelijkheden om contact te houden.
De rest van de tijd vliegt voorbij. Schoonmoeder wordt geopereerd aan haar knie en schoonzus komt over uit de States om haar te helpen. Net een dag na mijn geplande vertrek. Ik verzet dus mijn vlucht, zodat ik haar nog even kan zien, want dat is ook alweer een jaar of drie geleden.
Had ik nou maar gewacht met boeken. Het verzetten kost net zoveel als de ticket zelf, maar het is leuk om elkaar na lange tijd weer te zien. De hulp is wel erg internationaal zo. Niet dat dat nodig is, want schoonmoeder racet alweer door de kamer.
Voor ik het weet, vlieg ik terug naar Marseille en ben ik weer terug in ons knusse oppashuis in de Provence. Het was fijn om in Nederland te zijn. Het is fijn om weer terug te zijn.
'We hebben een op maat gemaakt leven,' zeggen we tevreden tegen elkaar.
Comments